Opa

Je bent er niet meer
al een hele tijd niet meer
niet meer hier en daar
niet meer nu en dan

In gedachten ga ik nog met je
naar het geldboompje in de bank
naar de vijver om te vissen
naar het Amsterdamse Bos naar de eekhoorn
– die snoepte van je chocola-
naar de busreis door de stad
naar domino en sjoelen met damstenen over en weer
naar het vuurwerk in de avond – nacht? –
naar de slagerij langs de gracht
– al was dat ook wel met oma –
naar het Rijks(museum) en Artis (de dierentuin)
naar en in het Grote Bed in de ochtend
met het kleine Blaupunkt radiootje bij ons

Heel de wereld was klein, groots
Aan jouw hand
durfde ik verder, hield ik stand.

Madrid in Grunn’

Eerder vanavond even nog
naar buiten en het was zo zwoel
moest ik denken aan die ene ochtend
in een zomervakantie in noord Spanje
met een tussenstop in Madrid
toen ik in alle vroegte naar buiten
ging buiten het hotel om een taxi
Zo stil, zo warm nog
Een andere wereld, een andere tijd
met mij daarin.

Nog immer, altoos

Ja! Nee! Wellus! Nietus!
Het komt op me af
nieuws, meningen
beargumenteerd of niet
goed of slecht over wat
goed zou zijn of slecht

en achter elk woord gaat
belang schuil en geen idee
meer hoe het kaf van het koren
nog te scheiden, om nog maar ‘s
woorden te bezigen uit de goeie ouwe tijd
die denk ik ook nooit heeft bestaan:
vertrouwen kwam altijd al te voet
en ging te paard

alleen zijn er nu zoveel mensen meer
die ook nog ’s per persoon
tig keer zoveel woorden
de wereld inslingeren
nu de boekdrukkunst is uitgevonden
en nog zoveel meer

sinds de laatste ijstijd.

[ Schrale troost:
feiten trekken altijd aan het langste eind
al kan het heel lang duren
voordat de werkelijkheid zelf degenen logenstraft
die echt handelen in weerwil

Over water lopen
zoals gewoon over aarde
zonder enige verlichting
van bijvoorbeeld een luchtballon
of enig andere kunstgreep vandien
daar wens ik u veel succes mee ]

Kon minder nr.2

Het uitzicht ligt daar maar
Een beetje zus, een beetje zo
in de loop der seizoenen en
om van decaden, laat staan de tijd
niet te spreken; allicht
zoals het er nu naar uitziet
wordt waar ik mag wonen niet mooier
dan dit en met een beetje mazzel
– of een boel daarvan –
– zo schiet me door ’t hoofd nu –
zie ik dan dat
en als het meezit niet alleen
of dooft de wereld juist alleen voor mij.

Wat zal ik zeggen?

Zoveel vragen die jij kunt stellen
Zoveel andere ook weer
door weer anderen
door deze en gene

En dan zal ik antwoord geven. Of niet
Of met humor, of slechte humor
Misschien wel absurdistisch ten top
en dat jij dan denkt
dat het wel overdenkenswaardig is

Maar ook zonder vraag
wil ik wel ’s wat zeggen
hetgeen nooit te bewijzen was
maar bij deze wel blijkt

Stilte spreekt dan weer meer
als het gepaard gaat
met oogopslag, ogenblikken
met een gebaar, een kort aanraken
met een contact waarbij de warmte
zich laat voelen

Je hoeft geen punt te zetten
Laat een open einde eindeloos zijn
misschien wel zonder weerga
en je mondt vanzelf wel uit

Vanzelfsprekend

Het komt allemaal voorbij
Zoveel inspiratie en inademen
moet je toch, al zit er niks
anders op dan even goed
uit te ademen, bij leven

gaat het allemaal voorbij
of je nou verlamd bent of
volop in het leven staat, des-
noods rent en springt en danst
dat het een lieve lust is

al is dat allemaal geen gegeven.

Opeens

Bij gebrek aan mij, aan ik
was is ik nooit in de gelegenheid
te kiezen
hier of daar, in deze of gene tijd
te worden geboren

Toeval is het ook weer niet
zo’n resultaat van een heel web
van gebeurtenissen indertijd, in de tijd
en zelfs zij, die samen kwamen
waardoor ik

ze konden niet bevroeden
wie of dat ik wel niet zou zijn.

In de gaten

In den beginne wilde ik niets
en had niets te willen ook
geperst uit de moederschoot
vrucht van enig samensmelten

Vervolgens had ik ermee te maken
dat ik er wel wat van maken moest
om nog even niet op te lossen
in lucht of aarde

De zin ontging mij altijd al, al
kreeg ik steeds meer woorden
tot mijn beschikking en ontging
enige zin voor schoonheid mij niet

Geen idee hoe lang
daarop voort te borduren
met alle haken en ogen vandien
al valt door de gaten nog steeds licht.

Handreiking [ herdenking 4 mei ]

Woorden schieten te kort
Stilte. Die spreekt niet voor zich
Die spreekt, maar niet vanzelf
Moge stilte niet stom worden
Moge woorden blijven gesproken
Mogen ze blijven worden verstaan
zowel stilte als woorden.

Gewis

Wist je dan niet, Job
dat je elk moment anders
had kunnen kiezen, anders
had kunnen doen en je leven
een andere wending had
kunnen geven

Dat idee, mijn beste
is me niet vreemd
Zelfs zou het waar kunnen zijn
mocht er zoiets zijn
als een ik dat alles even kon pauzeren
alles in ogenschouw nam
voordat het beslissingen nam en dan
handelde naar eigen dunk

Welbeschouwd is dat alles zo
onontkoombaar ogenschijnlijk
zoals een spiegelbeeld je aankijkt
bij de gratie van het beeld

denk ik,
zo de onvermijdelijke woorden
van zich doen spreken.