Moeder eend
met wel een stuk of vijf
heel jonge kuikentjes
allemaal bruinig
zo dicht op elkaar zwemmend
als één, alsof
zij één grote was
en niet te verorberen.
Nog vóór de vogels
Weerlichterij
Gassiebah
Kijk, nou heb ik niet al te beste ogen
– min zeven, min acht, daaromtrent –
en douchen doe ik zonder bril op
– lenzen, daar doe ik al tijden niet meer aan –
en deze Job heeft niet veel haren op z’n kop
maar nu de laatste weken af en toe een vliegje
– op zich een schattig en teer beestje –
opvloog en ging zitten op muur of douchegordijn
keek ik toch maar ’s nader naar het putje
door mijn brilleglazen. Terecht, zo bleek.
[ de trigger, waarschijnlijk de wc-motmug:
[ https://www.naturalis.nl/…/wc-motmug-is-verkozen-tot… ]
Alsnog
Uitzicht
Kort dag
Opa sjouwde nog met kolen
voor de warmte in huis
Zijn oma werkte misschien ook wel
tien of twaalf uur per dag
ook als ze zwanger was
En haar grootmoeder en die dan weer
van haar, daar is het gissen
of ze wel dertig, veertig werden
al dronken ze licht bier als water
vertrouwd met poep en pis en zweet
om niet te spreken van goden, geesten
en wat dies meer zij, eeuwen lang
Zoveel, nee, zo weinig, levens terug
leefden mijn voorzaten
met net wat meer dan apen.
Klaprozen
Er bloeien nog wel wat
bloemen in de zomer
na de lente, voor de herfst
terwijl de zon brand
schieten klaprozen door mijn hoofd
bloedrood
en ook papavers en wat margrieten
zomaar tussendoor
terwijl ik binnen de koelte zoek
terwijl zweet mij paarlend drenkt
terwijl ik mijn bewegen afmeet
sta ik nog niet droog
en spiegel me maar een beetje
aan het tere felle rood
dat in het oog springend toch bloeit.
Seizoen, zo zei ze
Zag ik je al een week of twee geleden?
Zo vlug boven ’t kanaal. Zeker nog geen zomer.
Misschien een vroege vogel, zomaar een zwaluw
waar ik vanavond zeker was van mijn blik
weer een jaar verder dat jullie het niet laten
afweten en de al lange lichte tijd vraagt weer
met blote armen, luchtige kledij
de warme dagen tegemoet te treden
– dag in, dag uit –
met een oogopslag of wat.