Windstil, geen geluid, bijna
en de pijn van samen niet
opfietsen door het donker, bijna
langs de rand van de stad het suizen
van de banden over verlaten straten, paden, bijna
geen mens die je tegenkomt, passeert
op enkele voetgangers na, een brommer, pizzakoerier
eenden die in het water plonzen en een lantaarnpaal
die flikkert, het tikken van de fietsketting
en je eigen zachte ademhaling
en het gemis in het donker.
–