Kerstgedachte 2010

Lopend over straat, samen hand in hand
Zo gaan we nog niet door Nederland
De één gelooft dit en de ander dat
Zo komt in verbroedering de klad

Des te meer als de één wit is en de ander zwart
En als men ook nog in oogkleppen volhardt
Nog moeilijker die natuurlijke angst te overwinnen
Zo makkelijk keert men zich naar binnen

blijft bij  wat makkelijk is, vertrouwd en zelfs avontuur
moet bekend zijn, want anders snel te zuur
Leve hen die hun handen uitgestoken houden, open
Is het nu hier of daar, goedkoop of duur

Moge we iets vrediger 2011 ingaan, uitlopen.

 
 
 

Zandloper

Windstil: het stuifzand stuift
niet meer, heeft zich neergevleid,
tekent het land voor even
zus of zo een overeenkomst,
luchtstromen die elders gaan.
De zandloper lijdt

 
 
 

Lekkuhpuhfoss

Zag ik een pony met een baard
in de winter, met dikke staart
en vacht. Had dan ook IJslandse genen
kwam ie voor haar in de benen

Fotogeniek, bijna behaagziek
Maar liep van de fotoshoot heel kwiek.

 
 
 

Om de lieve vrede of anderszins

In der minne schikken:
Is dat niet om je bij af te likken?
Maar toch niet wanneer het een beer
van een mannetjesputter betreft
Of trek je graag zo van leer?
Dat de kleine zich keer op keer
kranig prompt en pront verheft?

 
 
 

Tocht

Geruisloos trap ik op mijn gemak
Aan de zomerhitte heb ik lak
De broeierige warmte laat het land
zuchten, geluidloos
zweet ik een heel eind weg
lijkt dat moment van vrede altoos
Zweef ik stil op banden gedragen
in een stilleven.

 
 
 

Op de kurk

Als toegang tot de grootste schat
prijs ik toch het allermeest de kurk
Ben ik het nog lang niet zat:
de fles waaraan ik lurk.

Langzaam krachtig draaiend
is het kurkentrekken een ritueel,
maakt het mijn zinnen laaiend
Bijna wordt het mij te veel.

Echter blijf ik zeer wel bij de les,
ga ik zo niet op de fles.

 
 
 

ssssshhjjj

Wolken vliegen af en aan
Tekenen licht en donker op de grond
Kippenvel op blote armen

In de stilte klinkt het geluid
van een enkele vogel plotsklaps luid
als de wind wegvalt, dan terstond
grijpen vingers in elkaar, de mond
hapt naar adem, ogen vragen om erbarmen.

De koude regen valt en valt
zo hevig

 
 
 

Zie de maan

De maan is groot en rond, zo schijnt,
maar niet altijd zo op het oog
vereist het ’t nodige geloof, betoog
als ze bij tijd en wijle in het niets verdwijnt.

 
 
 

Genoten noten

Het tingelt in mijn oren
muziek die gaat verloren
in een oogwenk, maar klinkt door
in mijn stemming zonder beklemming
gaat het nimmer meer teloor.