peinst en vraagt zich af: waarom verkeersboetes niet afhankelijk maken van je inkomen van de afgelopen maand? Bijvoorbeeld voor elke kilometer snelheidoverschrijding een procent van dat maandinkomen; dus bij 10 km. overschrijding 10% van je (afgelopen) maandinkomen, bij 20 km. dan 20% enz enz. En waarom trouwens niet álle boetes – voor wat dan ook – inkomensafhankelijk maken, zodat dan écht zo’n boete door iedereen ten minste enigszins even zwaar wordt gevoeld? Het is toch idioot dat iemand met een inkomen van netto bv. 1000 euro per maand even zwaar wordt beboet als iemand met 3000 of (veel) meer ? Laat staan als iemand bv iets verdient per maand, wat voor de meeste mensen (amper) een jaarinkomen is…. Wil je een even gelijke afschrikkende werking en/of leereffect van boetes – wat zijn mensen toch een kleuters eigenlijk in veel opzichten – dan slaat het toch nergens op, die boetes die helemaal niét afhangen van iemands inkomen.
Belastingen vs. Toeslagen en menselijke maat
Belastingen betekenen in eerste instantie dat geld van de burger – of bedrijf of welke belastingplichtige dan ook – naar de overheid gaat. (Dat je teruggave of kortingen kunt krijgen is dan vers twee).
Toeslagen zijn er dan weer in eerste instantie voor om te zorgen dat geld van de overheid naar de burger gaat.
In beide gevallen is men afhankelijk van de overheid
Bij belastingen ligt het belang op voldoende geld voor de overheid bij die overheid zelf en daar heeft de overheid zelf direct invloed op; die kan zelf bepalen hoe die dat (eigen)belang dient, hoe die dat inricht etc. Maar bij toeslagen kan de burger helemaal niet zelf bepalen hoe zijn/haar eigen belang wordt gediend, maar is afhankelijk wat dat betreft van dezelfde overheid die dat geld moet uitkeren áán die burger….
Bij Toeslagen zou, vanuit dat licht bezien, de overheid nog ’s des te meer “menselijke maat”, “meedenken met de burger” enz enz voorop moeten stellen. Méér dan bij het innen van belastingen denk ik zo.
Doet de werkelijkheid, de waarheid er nog wel toe?
Dit nav item op radio 1 over colorblindness, colorconsciousness en genderswapping in film(casting) [ kleurenblind, kleurenbewust en sekseomwisseling ].
Bijvoorbeeld tav. de vraag of films (of toneelstukken, of verhalen in welke zin dan ook) (historisch) accuraat moeten zijn, of verondersteld worden historisch accuraat te zijn. Ik zou dat nog breder trekken tot de vraag in hoeverre verhalen – als je pretendeert of wilt dat een verhaal klopt met werkelijkheid – ook qua mensen die figuren, personages verbeelden, dan accuraat zouden moeten zijn: wit is wit, zwart is zwart, een homo is een homo, een man een man, een vrouw een vrouw, een travestiet een travestiet (al is niemand natuurlijk ook maar één etiket ! en is soms het onderscheid tussen het één of het ander ook vloeiend).
Het punt is, wat mij betreft, dat bv. in het geval je pretendeert dat een stuk een historisch drama is en géén historisch fantasie drama, dat je dan ook tracht alles zo historisch accuraat mogelijk neer te zetten, inclusief dus uiterlijkheden van personages. Dan hoor ik het argument voorbijkomen dat weet ik niet hoe vaak (in het verleden, maar zelfs nu nog) verhalen vaak “witgewassen” zijn en “wit” worden neergezet, dwz. dat de verbeelde werkelijkheid zo wordt verdraaid dat vooral de witte mens (mannen, voordat het feminisme aan kracht won) zich er in kon/kan herkennen.
Maar als je die verdraaiing van de werkelijkheid verkeerd vindt, dan is het toch ook raar om dat dan als argument te gebruiken dat we nu dan die werkelijkheid best kunnen en mogen verdraaien door bv. kleurenblind casten of sekseneutraal casten.
Lees verder “Doet de werkelijkheid, de waarheid er nog wel toe?”
Ingewikkeld? Een EU 2.0 !
peinst: hoewel het praktisch gezien vast wel wat voetjes in de aarde zou hebben, zouden de Europese landen die eigenlijk af willen van bv. een land als Hongarije “gewoon” zelf allemaal tegelijk uit de bestaande EU kunnen stappen om meteen daarna zelf een EU 2.0 op te richten; om daarbij dan wel meteen die lacune te ondervangen dat landen nooit uit de gemeenschap gezet kunnen worden, ook al houden die landen zich helemaal niet meer aan de regels etc. op basis waarvan men dan ooit is toegetreden.
Die nieuwe EU 2.0 zou bv. in de statuten kunnen opnemen dat bij overgrote meerderheid – zeg bv. 80 of 90 % v.d. lidstaten – een land wel degelijk uit die EU 2.0 gezet kan worden, als zo’n land zich niet meer houdt aan de regels en (voor)waarden die zijn afgesproken en waar zo’n land ook voor heeft getekend.
De oude EU zou dan wellicht nog even blijven bestaan uit een land of 1, 2, 3 maximaal, denk ik zo en daarmee een schim van zichzelf, een relict.
Goede vraag!
De blinddoek van vrouwe Justitia
Vrijdagoverpeinzing: gelijke gevallen gelijk behandelen. Strikt genomen, fundamenteel gezien, is geen enkel geval gelijk aan het andere. Zaken lijken, op het eerste en misschien wel zoveelste gezicht wel hefzelfde, maar zijn dat uiteindelijk niet. Het feit dat je zaken als zodanig van elkaar kunt onderscheiden, betekent al per definitie dat er verschillen zijn.
Bedoeld wordt met dat op zich prima uitgangspunt, dat gevallen die gelijk zijn voor zover de aanwezige verschillen er niet toe doen, dat die gelijk behandeld moeten worden. Daarmee komt dan meteen het toch complexe van zo’n eenvoudig rechtvaardigheidsbeginsel om de hoek kijken. Welke verschillen doen er toe en welke niet? Door voortschrijdende wetenschap, kennis, kunde en inzicht kunnen we tegenwoordig verschillen onderkennen, die vroeger helemaal niet werden gezien. Ook dat bepaalde verschillen aantoonbaar verschil maken, waar ook dat wederom vroeger helemaal niet onderkend werd, of zelfs niet onderkend kon worden.
Vanuit het oogpunt van genoegdoening voor diegenen die slachtoffer zijn van onrecht en/of ongeluk valt op zich dan wel te beargumenteren, dat veel meer nadruk wordt gelegd op de misdaad of overtreding zondermeer, zónder daarbij te betrekken hoe verschillend de achtergronden kunnen zijn van die misdaden of overtredingen, van het ervaren onrecht. Alleen dat punt dat gesproken kan worden van ‘ervaren onrecht’, ook dat maakt het meteen al weer subjectiever, complexer. Ook daarvoor geldt dat toename van kennis en begrip, mogelijkerwijs, in de loop van de tijd maatschappijbreed doorsijpelt op den duur en dat daarmee ook de noodzaak tot die mate van genoegdoening, zoals nu gangbaar is, ook dan minder wordt. Maar misschien is en blijft dat wel een utopie.
Kosteloze humor
Hoe klein geloof
peinst (pijnt):
Als god (of God, voor mijn part) zo groot is – of welke goddelijke, godgelijke dan ook -, waarom moeten mensen die volgens zijn (haar?) gelovigen dan (god)lasterlijke uitspraken doen, of zich zelfs gedragen tegen zijn/haar Wil, dan door zijn/haar gelovigen bestraft worden (tot verminking of zelfs de dood aan toe)?! Als die zondaars toch al naar de hel – zouden – gaan, waarom zou je je dan als gelovigen nog bemoeien met die goddelijke wil? (Zou men als gelovige toch niet écht geloven in die goddelijke straf??? )
Waarom neemt de gelovige zo’n aanstoot aan godslastering en godslasterlijk gedrag? Lees verder “Hoe klein geloof”
Opkomst en teloorgang van beschavingen
een beschaving die steeds complexer en steeds meer succes heeft – rijker, grotere bevolking, meer macht, meer kunde, meer kunst – die gaat op termijn aan z’n eigen succes ten onder (door de toegenomen complexiteit en te weinig vermogen om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden(?) ).
Vroeguh omspanden beschavingen slechts (kleinere) gedeelten van de wereld, van de aarde. In de huidige tijd zou je kunnen zeggen, ondanks alle verschillende smaken, dat er niet veel meer is dan één beschaving die onderhand de hele aarde omspant, met haar technologie, wetenschap en consumentisme. Tja, buiten de aarde zelf is er niet echt meer een andere – naar het zich laat aanzien – ruimte van waaruit een andere beschaving kan opbloeien. Als er al iets van een nieuwe beschaving ontstaat, dan kan dat niet anders dan op en in de plaats van de huidige; laten we hopen dat de puinhopen niet te groot worden.
Toeslagen: check, pas aan en door… Dan komt het vast wel goed?
Niemand kan in de toekomst kijken, ook, zelfs, de belastingdienst niet of die andere afdeling, dienst Toeslagen.
Als een toeslag eenmaal loopt, dan wordt steeds één maand vooruit betaald: rond de 20ste v.d. maand krijg je dan de toeslag voor (of tm.) de maand erop.
Als je een wijziging doorgeeft, bijvoorbeeld een inkomenswijziging, dan gebeurt de verwerking van zo’n wijziging binnen 5 weken, en dus zeker niet meteen. In praktijk betekent dat vaak: de ene maand geef je een wijziging door, de volgende maand is het verwerkt. (Soms: als je aan het begin v.d. maand iets doorgeeft dan is het nog net op tijd om in de maand zelf verwerkt te hebben).
Okay, dan heb je dus die toeslagencampagne: check (je inkomen), pas aan en door; zo krijg je nooit te veel of te weinig. Zo wordt gesteld, hoor ik voorbij komen. https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/check-pas-aan-en-door/check-pas-aan-en-door
!!!
Met name als je inkomen stijgt, dan moet je oppassen met Toeslagen. Vuistregel is: hoger (jaar)inkomen, minder toeslag. Dus laat je (te lang) je (geschatte jaar)inkomen te laag staan, dan loop je een groter risico dat je later meer of minder moet terug betalen…. !!!
Leuk, maar jammer dat er wel wat op valt af te dingen, op die stelling van die campagne, en dat er kanttekeningen bij geplaatst kunnen worden: Lees verder “Toeslagen: check, pas aan en door… Dan komt het vast wel goed?”