
Waar genomen [sentiment]


Laat het je warmte zijn
– leven, bloei –
dat ik voel
al kruipt het tussen kieren en barsten
al is het over afstanden van zover
ik weet dan
jij bent mij ook zoals ik jou
al zijn we nog zover
al verschillen we nog zoveel
als ik je warmte voel
branden we licht
al is het op.
En dan val je
na het eten
of met bord op schoot
en na thuiskomst even op internet
Dan val je
in het nieuws
Dan val je
En dat is dan niets nog
met hoe diep en zwaar zij vallen
in oorlog
waar vaste grond
onder hun voeten weg is.
Ik wens dat ik kon bidden
tot zo Iemand – met een hoofdletter –
die alles goed kon maken
al was het nog zo slecht
Maar mij rest niets dan wensen
en soms een kaarsje of wat
alsof ik bid
terwijl ik het allemaal niet meer weet.
Nog een rondje. Nog ééntje.
En nog een rondje om.
De winter kwam, daarvoor nog de herfst
De zomer laat zich raden. De lente ook
Weldra breekt die aan:
nog één rondje om
de zon, al beginnen de dagen
te tellen. Jong was je, ben je
als de zon opkomt en weer ondergaat
als de nachten en de dagen
je overkomen en je doet er niet aan
aan nog een rondje om
als alles al rond is.
Als de wolken vliegen
Als de rivier stroomt
Als de zee beukt op de kust
Als je leeft, leef je
zoals de wolk vliegt
de rivier vliedt en vloed
en eb komen en gaan
en de korrel zand gaat
op de wind gedragen
door water gesleurd.
Een jaar of dertien, vanochtend
voor me fietsend voor schooltijd:
Zag ik dat nou goed? (Ja) Een sigaret
afwisselend in zijn mond, in zijn hand
achteloos en terloops. Natuurlijk dat
alsof het de normaalste zaak van de wereld is
Zag een toekomst voor hem weggelegd
– in een flits –
in een patserauto en zo meer
terwijl ik hoop op een leven
de buitenkant voorbij.
Leuk is anders
en geluk, dat is maar hoe je het opvat:
als dat ene moment
– verwaarloosbaar haast, zo kort, zij het intens –
dat het klaar is
(om niet te zeggen gekomen)
of als wat basaal ten grondslag ligt
aan al je doen en laten
al lukt het soms niet
Met dat korte is het snel afrekenen
Dat andere: een samenvatting
van wat wezenlijk is
en je schraagt.
Want er is geen tijd
geen tijd om stil te staan
geen tijd om voort te gaan
geen tijd voor nu
De tijd, die is er wel
ongrijpbaar, medegenloos, onzichtbaar
dus maken we tijd
en creëren we momenten
en de mooiste zijn dan weer
als we die tijd
die ongrijpbare, medogenloze, onzichtbare
dan vergeten
er daar dan niet bij stil staan.