We mogen de wijzers
weer een uur verzetten
– de wijsheid laat zich raden –
Intussen trekt de tijd zelf
zich er niks van aan
en blijven de tijden van weleer
een rol spelen zoals nimmer
– het heden viert hoogtij
en blaast hoog als nooit tevoren
van de toren –
en klopt de toekomst des te meer
aan de deur en wordt de drempel
maar steeds hoger voor dat gat
waarvoor steeds minder zijn te vangen.

