Westen – zoals de wind waait [het kan verkeren]

Op aarde kwam ik hier
in het Westen, het rijke

De oorlogen hier te lande
waren voorbij, alleen ver weg
rommelde het in de marge

En ik mocht achtereenvolgens
baby zijn, peuter, kleuter
jongen, meisje
een puber
en al die jaren,
mijn jaren van onvolwassenheid
hoefde ik me echt niet het schompes
te werken, niet in een fabriek
en ook niet op het land
nee, ik kreeg zelfs speelgoed
zo uit een winkel
en ik hoefde me het niet te verbeelden
dat goed
– al stak juist daardoor elke strafheid nog meer af –

Vanzelfsprekend komt mij alles toe
Geef me! Geef mij! Het is mijn recht!
Het leven: een geschenk, een vloek?
Ouwerwets geleuter, aldus de peuter.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *