peinst verder:
Wie haat zaait, zal haat oogsten. Maar helaas, dat is niet het hele verhaal. Je zou in het verlengde hiervan willen, dat het volgende óók waar zou zijn: wie liefde zaait, zal liefde oogsten. Het jammere is, dat liefde een open hart verlangt, een bereidheid, een gevoeligheid, om te ontvangen en te delen, door te geven, het vermogen om je in een ander te verplaatsten. Waar bij haat de makke is, dat het de verrotte, zwakke plekken raakt, de angst die op één of andere manier, min of meer, in de meesten mensen huist. En dat het die voedt, doet groeien. Liefde is zo besmettelijk niet.
Haat is een aanjager, zet aan tot weet ik niet wat; ook tot inzet van creativiteit tot het uitvinden van de verschrikkelijkste dingen en het begaan van gruwelijkheden, waar creativiteit anders voortkomt uit bv. fundamentele nieuwsgierigheid, of uit verlangen iets moois te creëren. Als je dat laatste óók schaart als resultaat van liefde (voor het bestaan, het leven oid), dan zou je ook liefde als aanjager van moois kunnen zien, hoewel de termen ‘liefde’ en ‘aanjager’ zelfs al wat tegenstrijdigs hebben. Net zoals te zeggen dat de liefde uiteindelijk wel overwint. ‘Liefde’ en ‘Overwinnen’? Dat begrip ‘winnen’ vooronderstelt een stijd, competitie, terwijl ‘liefde’ meer te maken heeft met bijvoorbeeld ’t ideaal van je verbonden weten, mét aanvaarding van alle al te menselijke zwakheden van dien, dat je jezelf in de ander kunt verplaatsen; en dat is echt iets anders dan ‘alles vergeven en vergeten’.
Haat? Dat is om te huilen zo verdrietig. Ik vrees dat het in de hele geschiedenis van de mens een metgezel is en ook steeds bij alle kanten die zelf menen in hun recht te staan, het gelijk aan hun zijde te hebben. En waar vroeger de menselijke soort nog niet met z’n beschaving(en) wereldomvattend was, is dat tegenwoordig wél het geval. In de loop der tijd is de invloed van de soort mens steeds maar grootschaliger geworden, totdat het nu, in al z’n verschillende smaken en hoedanigheiden, wereldomvattend is.
Mensen, voor zover niet door haat verteerd, zijn ieder méér dan de (mis)daden die ze doen, méér dan de zwakheden die mensen hebben. Het is makkelijker om je te richten op datgene wat iemand verkeerd doet, dan je zelf te kunnen verplaatsen in de ander en erkennen dat je het zelf, in zijn of haar schoenen, er wellicht ook niet veel beter van zou hebben afgebracht.

