Allicht

De lente vliegt mij aan
Ternauwernood houd ik het droog
na een winter die er niet om loog
Zo gewend in de kou te staan

Verrassen mij kleur en vogelzang
en niet te versmaden korte rokken
wapperende haren, vrije lokken
fantasievolle illusies, ben ik bang

De zon schijnt en verwarmt dan wel weer
maar ben ik elders met mijn gedachten
dan schrijnt die vuurbal evenzeer

Weet ik van hen die lachten
van hen die wachten op een ommekeer
Het licht verzamelt zacht haar krachten.

 
 
 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *