Ik zou je wel nabij willen zijn
eerlijk, met open armen
met meer dan mijn lichaam alleen
als we ons openhartig gaven
zoals een bloem zich richt
naar het licht en zich ontvouwt
ze voor bevruchting open staat
hoezeer van voorbijgaande aard
ook, zij het teer, fijn, uitbundig
groot in kleur, loos van geur
dronk ik de nectar van het leven
uit het warmste van je schoot.