Zolang het gras het niet laat afweten
zolang het groen
zich aan ons voordoet
Zolang de lucht niet dicht slibt
een regenboog bij tijd wijle
ons doet dromen over goud
Het water niet verstomt tot ijs dan wel
ons naar lucht doet happen
Een duif vliegt wel naar veilige oorden
Mieren: daar zijn er wel zoveel van
Bij een flinke komeet rest slechts het heelal.
–