Bar en lief

Het hoeft ook niet te verbazen
als je zo middernacht
je in ’t nachtleven hebt gestort
met wat dan ook maar achter de kiezen
in gezelschap dat je na staat daar en dan
dat je alleen bent met elkaar
en wat er uit voorvloeit
is een vraag die er het zwijgen toe doet
zolang de zon nog niet weerom komt
en de nacht en ’t vertier, ’t genoegen
wel eindeloos zich doet voorkomen
een kus of zo zich soms doet gelden
een einde breidt aan god mag weten wat.

Opa

Je bent er niet meer
al een hele tijd niet meer
niet meer hier en daar
niet meer nu en dan

In gedachten ga ik nog met je
naar het geldboompje in de bank
naar de vijver om te vissen
naar het Amsterdamse Bos naar de eekhoorn
– die snoepte van je chocola-
naar de busreis door de stad
naar domino en sjoelen met damstenen over en weer
naar het vuurwerk in de avond – nacht? –
naar de slagerij langs de gracht
– al was dat ook wel met oma –
naar het Rijks(museum) en Artis (de dierentuin)
naar en in het Grote Bed in de ochtend
met het kleine Blaupunkt radiootje bij ons

Heel de wereld was klein, groots
Aan jouw hand
durfde ik verder, hield ik stand.

Beste

Doe mij maar heel even
bijvoorbeeld van nul tot honderd
zonder rijbewijs
dit leven
hier op aarde, met licht en lucht en water
(en al wat dies meer zij)

waaraan geen waarde valt te geven
buiten die tijd en ruimte om
met een beetje hart
dat leeft
met een traan en lach
in een gedeelde oogwenk.

Por? No!

Sexy dame onder handbereik
op ’t scherm
of achter glas
een kus of zo verder
met opwinding van dien

Het schiet niet op
Het houdt niet over
Precies die afstandige nabijheid
die het hart ongemoeid laat
Het klopt precies

en wacht en wacht en blijft
maar wachten tot ’t overslaat
tot in een oogwenk is beslist
wat in ’t verschiet lag

Praten naar de mond
maakt nog niet dat ’t raakt
Een kippenvellende streling
kruipt niet onder de huid

mocht je elkaar niet
aanzien zonder schroom
en elkaar verslinden met huid en haar
om wedergeboren te worden
en nog steeds elkaar
in de ogen te zien zonder misbaar

met lijfen die in stilte spreken
in geur en kleur
of met een kreunende zucht
de nacht verwelkomen en meer.

Baby Job

Geen idee hoe je ter wereld kwam
En zoveel jaren later
heb je haar op je borst
en op plekken waarvan je ook geen weet had
– en kalend anderzijds –

Veel te kort
om het allemaal te bevatten
en om dat leven te vullen
is ook nog zowat

Van die eerste jaren
geen herinnering
om van de buiktijd niet te spreken
van wat later zijn er flarden
– een beeld, een geur, muziekgeluid –
al te gemakkelijk te verwarren met de foto’s
en de verhalen die je kunt maken
daarvan en van wat je is verteld

Wat is er nodig
baby Job
dat je weet
tot in je vezels
dat je er zijn mag
al zou je falen, fouten maken
dat liefde al met al geen sprookje is?

Aanzoek

Mocht je voorbij komen
maar niet echt voorbij
en als we elkaar dan stilaan zien
enzo
mogen we dan
al is het met kloppend hart
– dat mag ik hopen –
met een kus een vrijheid
bezegelen zonder ring
in vertrouwen
dat geen naam mag hebben.

Op

Gerda, Judith, Marlies en Menthe
– schooltijd –
en nog een Gerda
Jorien, Annet, Saskia, Nancy, Jacqeline, Esther
– later –

Meer dan de vingers op één hand
aan de ene kant, maar anderzijds
meer of minder dichtbij op afstand
wederzijds genoegen een zeldzaamheid

gesloten.

Vioolspel en mineur

Je kwam aan
en we dronken een koffie
dicht bij het hoofdstation

Je moest verder
en buiten ons mocht niemand weten
van ons twee en hoeveel
hart we deelden

Daar bleef het bij
Alweer een gepasseerd station.

Van lichaam en hart

En toen was je er
uit het niets
en opeens wist ik met lijf en al
hoe het was samen te zijn
en alles te vergeten
al was het voor een moment of wat

Dat was toen
en al ben ik dan onderhand van nadien
mijn hart staat
min of meer open
en mocht je voorbij komen
wie weet
wil ik je wel proeven
wie weet
mag ik ons wel.

Ave verum

Mijn knie – de linker –
heeft er niet echt zin meer in
beweegt het liefste in één vlak
zeker niet zijwaarts

En op mijn lichaam tekenen
zich allengs meer vlekken
af in mijn huid tegenwoordig

Haren vielen al uit
boven op mijn kop
en blijven maar groeien elders
en grijzen in de loop van de jaren

Mijn gebit blijft langzaamaan ook
in gebreke en laat mij kiezen
tussen doorbijten
of een tandartsrekening
die ik gelukkig kan verteren

Met mijn lust kom ik nog wel klaar
Mijn verlangen en de rest
vertrouw ik toe aan spreekwoordelijk papier

Gewend onderhand aan mijzelf
en het ongemak alhier

Misschien, misshien
kan ik het glas heffen
op een moment samen
voor mijn einde der tijden

tot dan blijf ik maar de wereld groeten.