Tezaam

Bittere woorden stemmen me bitter
Gelukkig nog
zie ik de zwaluwen vliegen door de lucht.
Gelukkig nog
zie ik de rietzoom oplichten bij lage zon.

 
 
 

Buiten de orde

Ik ben nergens meer, maar waar

nog niet zo lang geleden, tot mijn schrik,
zag ik van mij een beeld in spiegelglas
een oogwenk later dan, wat kras,
vulde een ander spiegelbeeld mijn blik.

De grijze massa deinst in afgrijzen terug
een open mond staart me aan wijd open
de ogen zetten het op een lopen
voor een afgrond zonder brug.

Niets van dat al is echter echt,
noch het beeld en noch de knopen
van de zenuwen mag ik hopen
of de chemieën daarmee in gevecht.

Ik ben nergens meer, maar waar.

 
 
 

Niet alleen

Met verende pas, gezwind vooruit
door de winkelstraat, op zoek naar buit,
dat mijn hart vermag te stelen.
Eenzaam hart. Kan mij wat schelen.