Het blauw zo ver weg, nog verder
dan de zon, die ondergaat en de lucht
haar kleur ontneemt, de wolken
leikleurig en loodgrijs en oranje en oker
hel verlichte randen, gevederd, gestapeld
de populieren in de verte tegen de horizon
torende ik er boven uit, zo licht ik was
de regenboog echter het af liet weten
in stukken gebroken, met mij in de pas.