De amoraliteit van de wereld, de evolutie en de werkelijkheid

Peinst weer ‘s, al dan niet raak, maar hoe dan ook er op los:

Het komt wel ’s voorbij, dat het in de natuur écht niet alleen maar een harde strijd is, niet alleen maar evolutie op basis van “survival of the fittest”  (overleving en voortplanting van de meest aan de op het moment geldende omstandigheden aangepasten), niet alleen een kwestie van eten en gegeten worden, niet alleen maar zelfzucht etc.; en dat (vooral?) buiten de menselijke soort organismen, soorten veel meer samenwerken, samen leven…. – vreedzaam, ideaal, zo lijkt dan wel de suggestie te zijn.

Nu leeft elk mens zelf ook heel erg samen met allerlei micro-organismen op zijn huid en ook inwendig… En heeft die grotendeels nuttige micro-organismen ook nodig. En ook bij mensen hebben veel mensen veel voor elkaar over, al is dat ook vaak, zo niet veelal, selectief en beperkt tot diegenen met wie men zich min of meer verwant voelt. (gevoelens zijn toch wel een aparte “uitvinding” van de evolutie)

Maar goed – point of doubt intendend – in de natuur (de mens even niet meegerekend – wat natuurlijk nergens op slaat), in de natuur zie je dus heel veel organismen die gewoon vreedzaam naast elkaar leven, of zelfs veel soorten die zelfs op elkaar zijn aangewezen voor hun beider voortbestaan (net zoals dus wij mensen en onze darmbacteriën op elkaar zijn aangewezen overigens). Het punt is die kwalificatie “vreedzaam”. Feit is dat soorten samenleven, elkaar ook nodig hebben, en sommige soorten kunnen ook niet eens zonder elkaar voortbestaan. Elke kwalificatie daarvan echter, elk bijvoeglijk naamwoord dat wij daarop plakken, dat kan wel, maar gaat al snel voorbij aan het feit dat de natuurlijke processen neutraal zijn; dingen gaan zoals ze gaan, en alle soorten organismen bestaan en blijven bestaan en kunnen zich voortplanten op basis van dat uitgangspunt “survival of the fittest” (zoals hierboven in de eerste alinea omschreven en dus niet op te vatten als “recht van de sterkste” o.i.d. ). Elke soort organisme heeft inherent de eigenschap zich voort te planten, binnen de kaders die gesteld worden door de aangepastheid aan de omstandigheden, zónder ook maar enig bewustzijn van andere soorten of daar ook maar een sikkepit om  te geven.

Oh, er kunnen individuen zijn die zich bv. “opofferen”  voor anderen, zelfs voor andersoortige organismen – doet de mens trouwens ook volop, als je denkt aan allerlei soorten huisdieren die de mens heeft, katten en honden met name – maar volgens mij is het bijzondere van de menselijke soort, dat dat de enige soort lijkt te zijn, die bewust zou kunnen kiezen om zich niét ongeacht wat dan ook en welke soort dan ook voort te planten…. Maar of de mens daartoe écht in staat is, dat zal nog moeten blijken…  Elke andere soort lijkt me die mogelijkheid tot zo’n keuze sowieso niet te hebben.  Als olifanten, tijgers, wolfen, zebra’s of giraffen, papegaaien of mussen, mieren, vissen, schimmels, bacteriën, zeewieren of algen of virussen de kans zouden krijgen… dan zouden ze de aarde overwoekeren, al het andere leven gebruiken zonder ook maar enig benul dat ze zichzelf daar uiteindelijk wellicht mee de das om zouden doen….. denk ik.  De mens, als soort dan, is dan wat dat betreft toch wel uniek, met dat vermogen om ten minste zich bewust te zijn hoe die zijn eigen voortbestaan in de weg kan zitten, zacht gezegd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *