Begreep zojuist dat op grond van 19e eeuwse wetgeving politici in de Kamer een haast onbeperkte vrijheid van meningsuiting hebben. Terecht merkte iemand met intellect op, dat de huidige politiek zich juist vooral afspeelt buiten de Kamer. Nou denk ik dat ook toen al veel politiek buiten de Kamer(s) werd bedisseld, maar natuurlijk, sinds de 19e eeuw speelt nieuws en communicatie op veel grotere schaal en is veel sneller.
Maar zelf vind ik dat politici weliswaar dezelfde vrijheid van meningsuiting zouden moeten hebben, zowel binnen als buiten buiten de Kamer(s), maar dan wel met één wezenlijke beperking: alleen voor zover men rechtstreeks communiceert met andere politici – wel bij voorkeur en plein public -, in situaties dus waarbij politici echt rechtstreeks op elkaar kunnen reageren als men elkaar aanspreekt ( en daar valt dus communicatie via krant, twitter, het tv-scherm, blogs, joetjoep en social media nÍet onder – bij die media is het niet noodzakelijkerwijs het geval dat een andere politicus het meteen (!) onder ogen krijgt of hoort )
Vanzelfsprekend hebben en houden politici vervolgens natuurlijk overal dezelfde mate van vrijheid van meningsuiting als ieder andere burger. Maar die extra vrijheid als politicus… : het lijkt me goed, dat dát beperkt blijft tot, zeg, contact tussen politici onderling. En dát kan natuurlijk best in de volle openbaarheid voor het voetlicht gebracht worden; hoe meer debat, hoe beter.