Op de schommel, een beetje heen en weer
en voel de wind strijken langs mijn hoofd
en denk aan wat wel, aan wat niet was beloofd
in beweging komt langzaam het hartzeer
tot rust, en omhoog, omlaag en weer omhoog
terwijl de zon ook om de hoek komt kijken
weet jij in mijn gedachten van geen wijken
met gesloten ogen, mijn wangen droog
word ik allengs stiller van dat heen en weer
houd ik een bloem voor ogen
ook al weet ik niet welke vrucht ze draagt
trek ik aan de koorden, ik begeer
nog steeds met mededogen
de tijd van mijn leven mijn hart belaagt.