Opgerold en in elkaar
gedoken, koud
houd ik krampachtig
de restwarmte vast
van toen, toen
ik nog onbekommerd
– min of meer –
mij overgaf aan de zon.
Opgerold en in elkaar
gedoken, koud
houd ik krampachtig
de restwarmte vast
van toen, toen
ik nog onbekommerd
– min of meer –
mij overgaf aan de zon.