Zou het voldoende zijn
nu ik zo heb uitgeweid
over de dagen van weleer
en van die daarop volgend?
Dat, nu ik mijn woorden kwijt
ben, het weten resteert?
De bomen groeiden niet tot in de hemel
De bron was niet onuitputtelijk
De bloemen bloeiden niet zonder einde
De zon scheen niet meer op ons neer
In het maanlicht zoeken we ons weegs.