Echt, ik kan me niet heugen
dat ik zoveel dronk met volle teugen
en van die thee zozeer genoot
Ga ik toch over op dat rood
van de wijn, dat geestrijk vocht
in zoveel smaken en terstond
met het walsen in mijn mond
doet het verlangen al z’n intocht
samen te klinken op de avond
dat ook de woorden zomaar stromen
hoger dan de toppen van de bomen
in de nacht tot aan de morgenstond.