Regels beperken maar geven tegelijkertijd ook juist vrijheid: zonder regels zou het een chaos worden en daarmee zou iedereen en ieders vrijheid behoorlijk te lijden hebben. (de spreekwoordelijke uitzonderingen daargelaten)
Het punt is “natuurlijk” dat alleen “geïnternaliseerde”, of ten minste gedragen, volmondig geaccepteerde regels niet als beperkend, maar als een (goed, vanzelfsprekend) gegeven worden ervaren.
Vroeger hadden veel mensen gewoon maar de regels te accepteren; de meeste hadden niet de tijd en de vrijheid om zelfs maar stil te staan bij wat vrijheid, vrije keuze, maar zou betekenen. In het huidige tijdsgewricht – om dat woord maar ’s te bezigen – hebben mensen onderhand wél die tijd en middelen. En dan blijkt dat er nog een lange weg te gaan is – nog langer dan toen het allemaal nog krap en minder was – om te komen tot overeenstemming over welke regels we willen… én hoe we dan verder willen als we toch aan verschillende regels (geloofsovertuigingen, idealen, visies, normen, waarden) de voorkeur geven…..
Sommige kloven moet je niet willen dichten, denk ik dan maar. Lastig is dan wel weer dat je soms zou willen dat er gewoon kloven zouden zijn waar men fijn aan weerskanten elkaar in vrede zou kunnen laten; dat leven en laten leven….