Nee, nog heb ik geen genoeg
aan mezelf
Jonger ben ik als in de spiegel kijk
een jongen met wat grijze haren
Toen ik zo jong was als ik nu lijk
was ik al oud, te oud voor mijn leeftijd
Te veel. Te vol.
Sedertdien verlang ik in mijn eentje
En als ik dan langs de rand loop
En als ik dan dans op de vulkaan
Als ik dan in den blinde tast
Weet ik je wel ergens daar, maar
hand in hand, van hart tot hart
zo samen laat ik achterwege
Jij bent de rand
Jij bent de vulkaan
Jij bent mijn onverbiddelijke zicht.