De woorden zijn nog geen zinnen
verschuilen zich, spelen nog verstoppertje
Ik doe zachtjes aan
Aarzelend klopt één op de deur
van mijn gedachten
Het fluistert van de tijd van onverschrokkenheid
van uit volle macht scheuren op de step
over de brede stoep
mijn ogen open voor de wereld
Het bos van de stad was nog groot
Opa met de eekhoorn op zijn schouder
Ik wist niet dat ik klein was
al wist ik me geborgen.