Voor mijn voeten vliegt een grijze
muis, nee, een vlinder, natuurlijk
weg en ergens in mij vlieg ik mee
weg, weg van het gebaande pad
al houdt ook daar het leven huis
terwijl ik mijn ene bergschoen voor
de andere zet, al is het land plat
– die zitten me als gegoten
en misschien loop ik zo nog eens
een eind heen.