Mijn woorden zijn getekend
uit een bron gekomen
die niet van smetten vrij is
Weten ze niet glad te strijken
en gebroken glinsterend in het oog
gesprongen, niet onberoerd voorbij
Welk leven ze gaan leiden
onttrekt zich aan mijn pijnlijk zicht
daar kom ik niet meer tussenbeide
al reist mijn verlangen met ze mee
donker, zwaar op het helder wit
tussen de regels, daar zit
ik vogelvrij gevangen.