Toen ik ooit ter aarde kwam
werd geboren uit moeders schoot
het leven mij meteen verdroot
drankzucht zette mij in vuur en vlam
aan de borst gelegen zoog ik stug
slapen, drinken, huilen en soms kort
wakker en tevree, dat jaar ging vort
ging ik al te snel over de brug
waar ik uit mijn doppen keek
om de liefde te bespelen
en desnoods de boel onder zeek
met slechts mijn onschuld om te delen
ik de tijd zo toch de baas bleek
wil het daaraan wel eens schelen.