Voetballen op het nog lege veld
naast de begraafplaats daar in Uithuizen
Spelen met plastic soldaatjes bij ’t klasgenootje
dat even voor een vriendje doorging
of boompje klimmen of op doel staan
of een verdwaalde fiets bovenhands gooien
in de vijver, aangemoedigd en al
terwijl ik las bij de vleet
uit de bibliotheek
en uit de boekenkast thuis
en celloles had tot de pubertijd
Ik dook wel van de hoge
want dat broekie deed dat ook
Opa uit Amsterdam kwam er wonen
maar ik was al weg, niet meer die ik was
toen ik nog vertrouwen had, alleen vertrouwen had
al was het alleen in hem.