De normaalste zaak: u stelt zich voor
wanneer u belt, ik sta er op.
Anders krijg ik van hogerhand een schop
als ik niet naamvraag. Wij zingen in koor:
het laat ons ten alle tijde koud
in welke omstandigheden u verkeert
het meeleven hebben we afgeleerd
de tekenen daarvan slechts bladgoud.
Als u niet zit te wachten op uw naam,
(en ik niet op die van u)
wat zou ik me druk maken
als er verder niets valt te verzaken
Vriendelijk met een gedeeld lijntje tezaam.
(Is dat als waarheid al te cru?)