Kom dichtbij
Of nee, toch maar liever niet
Kom, laten we een terrasje pakken
Of nee, toch maar liever
waar rust is
elkaar ontmoeten
en dan ook maar meteen
met huid en haar elkaar
nog net niet
opvreten
dat het een lieve lust is
Of nee, toch maar liever niet.
Dans
Dansen? Met mij? Je bedoelt met mij?
Wij samen? Jij en ik? Alsof we
even de tijd doden, in vergetelheid
en onbevangen elkaar echt zien
alle opsmuk voorbij en dat we
elkaar weten te raken zonder woorden
meer nog: zonder elkaar te raken elkaar
aan te voelen zonder meer en om en om
elkaar geven en heen en terug
dat jij lacht, dat ik lach, met ons hele wezen
bij elkaar en zweven in de lucht
bij elkaar en in de greep van de aarde
temeer nog
als onze vingers kruisen en de warmte
van elkaar ons weet in te lijven
in een dans van heupen, mond en ogen
naar elkaar?
Dan, o ja, dan ben jij degeen
van wie ik nooit dromen wou
van wie ik dromen zou.

Uit het hart
Schat, ik verzin je maar
in deze tijd, in dit leven
om me omarmd te weten
geborgen in mijn eigen spinsel.

Vanzelf
Mijn handen neem ik
voor vanzelfsprekend
voor zolang als het duurt
al laat de omloop van mijn bloed
mijn vingers tintelen
evenals – vanzelfsprekend – als
ik aan je denk en met name
je huid, je mond, je ogen
niet in de laatste plaats
en je lach en je tanden
als ik aan je denk
en je zo beroer
dat je ogen, je huid en mond
samenzweren tot dat moment van vergetelheid.
Groen laken
Vroeg, misschien wat te laat
Wie ligt al op één oor
Wie haalt mee door
De bar is gesloten
Het biljart is een leeg groen laken
– En zelfs de pinda’s zijn op –
Kijken we elkaar aan
de vraag blijft waar is ons thuis
Het huis is maar een plek
maar als we elkaar omarmen
als we kijken en geen oog hebben
anders dan voor elkaar
als jouw lippen nog proeven
naar zout en bier
– of laat ’t wijn zijn, of een cocktail of wat –
als ik je ruik door je parfum heen
als je me neust
als we dan niet meer spreken
anders dan met tongen
en vingers vol tastzin
en afgebroken woorden
dan zijn we thuis
dan zijn we waar dan ook
maar bij elkaar.
Mocht je nu hier zijn
Troost
Soms zie je dan zoiets
moois, een palet
van kleuren, geuren, zinne-
strelingen, dat het niet valt
te bevatten voor je enkele hart
Soms laat het dan zich niet bevatten
en reik je, kan je niet anders
dan reiken
al is het met een woord
al is het met gebaar
al is het lijf aan lijf en geur
(soms ook zie je ook zoiets
kwaads, de keerzijde
dat je dan niet anders kan
dan verdrinken
alleen of in ekaar)
Pas
De wereld is te groot, te klein
In ieder geval zie ik alleen
slechts glimpen van jou
waar ik maar ben
met mijn voeten hier
mijn handen daar
mijn gedachten reikend over de horizon
mijn hart de hele wereld verlangt
en er geen houden aan is
er geen houden van is
niet op maat gemaakt.
Onder de parasol (afkoelen)
De nacht maakt rechtsomkeert
als we elkaar treffen aan de bar
van onverdeeld genoegen
voorbij de maskers van alledag
een oogopslag, een hartklop dichtbij
de muziek en alles verdwenen
één sorbet voor ons beiden.

Nergens meer zijn
voelen wie je het liefste ruikt
als je gedachten verwaaien
als je lijf je overweldigt
en dat ook nog samen.

