Blijkbaar
Het lag buiten, verloren
in weer en wind, te wachten
op de toevallige passant
Binnen zag ik opeens
bij het wisselende licht van de dag
dat ik een hartje opgelopen had
goed voor een glinsterend gemoed
in een oogwenk, om op te rapen
als ware het voorbestemd
wat is van voorbijgaande aard.

Ouderdom voorbij
Over zo’n 22 jaar ben ik zo oud
als mijn ouders nu
zo’n 79 dus en naar
het zich laat aanzien nu
een twaalf jaar A(a) O(o) W(ee) gerechtigd
en ik heb geen flauw idee
wat mij dan begeestert
Misschien hoef ik dan nog niet
weer in luiers; dan nog niet
Maar als ik niet meer weet
wat een warm woord mij doet
of een warm gebaar
laat mij dan maar
gaan.
Hoe hard de realiteit
De aarde is rond
Het leven plat
Al is dat maar hoe je ’t ziet
Dat neemt niet weg:
wat gij niet wilt dat u geschiedt
doe dat ook een ander niet
Hoe het allemaal ook lijkt
als je je neus stoot
dan is dat niet aan een spiegeling
maar aan de werkelijkheid
die even met je kijk kloot
hoewel: eindeloos kun je daarentegen dwalen
zonder dat de realiteit ‘r gram komt halen.
Ellende
Best wel een mooi woord
‘Jammer’ eveneens
Enzovoort
En dat je niet meer niet méér
kan voelen dan jezelf
en óp bent
en bij gebrek aan wereld
kun je niet eens meer zeggen
dat die je koud laat
waar warm en koud je niets meer zeggen
buiten een lotgenoot of wat
maar misschien zijn ook daar teveel van.
Buurt
Het is allemaal niet ver:
het ziekenhuis, de flat voor ouderen
– ik woon natabene even verderop
in wat eerder ook die bestemming had
en nog steeds zal de gemiddelde leeftijd wel
ruim boven de vijftig liggen in mijn complex –
en óók in de buurt een oord om te herstellen
voor wie nog hoop is na het ziekehuis.
Zelf hoop ik er nooit te hoeven komen.
Het is goed toeven hier – netjes ook –
aan deze kant van stad
zo aan de rand, de zuidkant
al trekt het noorden
waar je verder kunt kijken
ongehinderd naar een niet geblokte horizon.
Voetstoots
Ben veel te simpel
Ben veel te ingewikkeld
Maar alllicht laat ik dat beter aan jou
En blijf ik gewoon wie ik ben
En doe ik wat ik doe zonder over mijzelf
te gaan en en passant me voorbij te gaan
Al met al heb ik toch maar twee voeten
om stappen te zetten in het zand
en waar dan ook.
Getuigschrift
wacht het water
wacht het vuur
de aarde en de lucht
Een raadsel blijft het
hoe ik dan hier toen
ter wereld kwam
en ik mijzelf ook uitvond
al ging dat onvermijdelijk
En toen bleef ik ook nog eens
– al was dat nooit gegeven –
voor zolang en voor nu
Misschien ben ik weg als jij dit leest
Misschien ook nog niet
Zoveel verschillen we niet sowieso
Rank
Een waterlelie bloeit waar
een zwaluw boven het water scheert
en waar ik mag langsgaan
Zoveel leven is mij wel gegeven
waar de zwaluw zoveel eet
wat ik dan weer niet zien kan
Waar ik niet alleen maar adem
maar net zo goed leef dankzij alles.
Enig
Gelukkig was mijn ma altijd daar
de enige voor mij, waar
mijn ene pa een naam was
een andere eigenlijk mijn opa was
en de derde: daarvan weet ik niet beter
Al met al doe ik dan hier voornaam
en laat ik de achternaam achterwege
Al met al ben ik mijn stamboom niet
al draag ik al met mij mee
die mijn voorzaten zijn
ook al die ik niet ken
om van alles wat om mij heen was niet te spreken.

