Midzomer

Handenvol bladeren hangen aan de bomen
groen en fris nog op midzomerdag
Moge hun aanzicht u wel bekomen
en hekelt u dat, doet u bij God beklag.

De langste jaardag is weer aangebroken
Lentebloemen zijn al lang verschoten
Nog is het geen tijd de haard te stoken
In de zomerhitte kunnen we ons ontbloten

Wie dit binnen leest bij volop zonneschijn:
Zou buiten niet beter vertier te vinden zijn?

 
 
 

Bootje

Wil je me begrijpen
lees dan al deze woorden niet
Want ik moet zeggen tot mijn verdriet:
ik ben nog aan het rijpen
en kan mijzelf niet neerzetten
in één verhaal, dat sluit
Maar als je op weet te letten
zit jij met mij in dezelfde schuit.

 
 
 

Mag ik hopen

Uit één stuk gegoten
aan zaad en eicel ontsproten
zoek je aan één stuk door
wat ging teloor

Hoe dan ook al een stuk
geboren voor geluk.

 
 
 

Pracht

Zoek de schaduw in de nacht,
onzichtbaar voor de lichtminnenden
wentelend, draaiend en bakkend
in het volle licht van de zon
zien ze zo gauw niets dan blauw
en niets van de verre sterren
in het donker tot zichtbaarheid gebracht.

 
 
 

Onderscheid

Krankjoreme woorden ontschieten me
als ik zonder nadenken schrijf
Compromisloos geef ik me bloot
Echter verborgen in het ruim van de boot
van mijn ziel en zaligheid
blijft wat me van de ander en mezelf scheidt.

 
 
 

Vluchtig, luchtig, licht

Zo vluchtig als een regendruppel in de oceaan valt
zo vluchtig als lichtsporen van een ster mijn oog treffen
het wezen van een olijf zich kort op mijn tong samenbalt,
muzieknoten mijn geest verheffen

Herinneringen die niet beklijven
hoezeer men de toekomst ook tracht in te lijven
Vruchteloos kiezen voor een nalatenschap
tree voor tree, een eindeloze trap

Of bouwen en zichzelf overstijgen
uit doelloos plezier en zin te krijgen.

 
 
 

Naar het schijnt 1-2-3 Klaar Af

Letterlijk genomen in een wereld gekomen
schijnt die in mijn ogen
rechttoe rechtaan, vroeger, nu en later
en zelfs de aarde is plat
zo lang ik niet zit in een reuzenrad
voel ik me als een vis in het water.

En ook al weet ik van gekromde ruimtetijd,
die zich uitbreidt, in een ruimte van niets uitdijt,
een al dan niet eindige oneindigheid in de schoot van god,
dan weet ik ook, met die woorden vang je bot:
De grote wereld zo plat als tweedimensionaal
of één van overstijgende trap, een niet te bevatten verhaal.

Laat staan dat er meer dan één van is,
dan is er met de getallen 1, 2, 3 iets goed mis.

 
 
 

Geharde bloemen

Ergens weet ik een schraal veld
verscholen achter muren
waar gras en distels tieren,
enkele bloemen, ik sta versteld

hoe moedig die volhouden, turen
en reiken naar licht, het leven vieren,
keren keer op keer weer terug
totdat de muren het bezuren,
instorten onder het gewicht van tijd
Verscholen plek van kleur en stilte
Neem ik node afscheid.

 
 
 

Vederlicht

Fragiel in felle kleuren
of als nachtvlinders grauw
Niet veel anders zijn wij
die menen de wereld op te beuren
of haar verscheuren
stuk voor stuk in touw
Het einde licht als een vlinder nabij.