Niet van steen, niet
van water, niet van lucht
noch van vuur, niet
alleen lichaam, alleen geest
niet beest, niet mens
noch zon, noch maan
niet licht, niet zwaar
De stroming en de bedding
de golfslag en de kiezels, het zand
langs de oever, op de bodem van de zee
het strand en de berg, het licht
dat het donker teniet doet
het donker dat daarnaar reikt
zich bij ontstentenis daarvan hervindt
onontkoombaar in de greep van leven.
–