Roetsj

We gingen met de bus
een eind rijden was dat
en dan onder een blauwe lucht
liepen we door het Amsterdamse Bos
langs de roeibaan naar de plek
waar de eekhoorns kwamen
op de schouder van mijn opa
want zij hielden ook van Verkade
en ter vervolmaking klonk in de verte
zo’n propellorvliegtuigje.

 
 
 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *